Arm en naakt omwille van Christus

Clara van Assisi

Vandaag hadden we een bijeenkomst van de franciscaanse leesgroep die vandaag begonnen is met de Brieven van Clara aan Agnes. Clara van Assisi schrijft in haar eerste brief aan Agnes van Praag: Iemand die kleren aanheeft, kan niet vechten met iemand die naakt is, want degene die iets aanheeft waaraan hij kan worden vastgehouden, wordt eerder op de grond geworpen. Men kan niet luisterrijk leven in de wereld en in het rijk der hemelen met Christus heersen. Dit vers raakte mij. Ik denk er nog wat over door en deel het met de lezers van mijn blog.

In deze brief, waarschijnlijk geschreven vlak voordat Agnes haar klooster in Praag stichtte, spreekt Clara haar vreugde uit over de keuze van Agnes en zij bemoedigt haar. De rijkdom van de levensvorm van de Arme Vrouwen wordt mooi naar voren gebracht door Clara. In het bovenstaande beeld drukt Clara de levensvorm van de heiige Armoede uit. Een leven in armoede is je naakte zelf zijn, je niet verbergen achter allerlei opsmuk en durven kiezen voor God, niet een beetje maar helemaal. Als ik eerlijk ben dan vind ik dat best moeilijk. Die iemand met kleren aan is net zo in mij aanwezig als die naakte iemand en ze vechten ook wel met elkaar.Het is een levensweg om te gaan! Ik vind het wel mooi, dat beeld van Clara. Het is overigens een beeld dat in de oude kerk al wordt gebruikt. Door de jaren heen zal die iemand met kleren aan op de grond geworpen worden en die naakte iemand zal steeds sterker aanwezig zijn in mij. Het is als het ware een zuiveringsproces waarin ik steeds meer mag toegroeien naar die naakte mens Marianne. Niet bang zijn voor wat andere er van vinden en durven kiezen steeds weer voor Jezus Christus en zijn evangelie. Ik mag mij, als medezuster staande in hun traditie, door de brief van Clara aan Agnes laten inspireren en bemoedigen. Als zusters clarissen proberen we sober en eenvoudig te leven, in verbondenheid met de armen. Materiële armoede kennen wij niet echt, hoewel we voor groot onderhoud aan ons huis wel een beroep op derden moeten doen en de crisis ook bij ons gevoeld wordt. Maar we hebben geen honger en hebben een dak boven ons hoofd en als het koud is een kachel die kan branden. Luxe hebben we niet, willen we ook niet. Onze grootste armoede beleef ik in het tekort aan jonge zusters en de grote neergang van het geloof. Dan toch trouw blijven aan je levensvorm en blijven geloven in je roeping, dat is voor mij ook naakt durven staan en als naakte zuster getuigen van mijn grote liefde, Jezus Christus. Daar is in onze tijd moed voor nodig. Maar gelukkig ben ik niet alleen. Ik heb medezusters en er zijn ook in de kring om mij heen buiten het klooster mensen bewust met kerk en geloof bezig. Ook de gelovige gemeenschap op de sociale media bemoedigen mij. Dank hiervoor! Dat de goede God mij gaandeweg mag uitzuiveren en ik mij steeds meer bloot mag geven tot lof van God.

Alle mensen zijn kinderen van God

Vandaag viert de kerk de gedachtenis van de heilige Vincentius de Paul. De lezing van de dag uit Lucas 9, 51-56 past daar mijn inziens heel mooi bij. Dat was zo’n kleine kadootje, mij vandaag in de liturgie aangereikt.

Lucas 9, 51-56: Jezus aanvaarde vastberaden de weg naar Jeruzalem. De Samaritanen willen hem niet ontvangen omdat Jeruzalem zijn doel was, Jeruzalem de grote stad van de joden, waarheen deze pelgrimeerden. De Samaritanen waren heidens (niet-joden). Als de leerlingen van Jezus dit gewaar worden, vragen ze aan Jezus: ‘Heer, wilt Gij dat wij vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen?’ Maar Jezus wees hen terecht en ze vertrokken naar een ander dorp.

De heilige Vincentius leefde in crisistijd. Hij was een ware vader voor de armen, niet alleen van de christelijke armen maar voor alle armen, zonder onderscheid. Iedereen die hulp nodig had kreeg hulp. Dit is overigens een eigenschap die de christenen van het begin ook kenmerkte, het hoort duidelijk bij het gaan van de weg van het evangelie.

Afwijzing, lijden en misverstaan horen tot het gaan van de weg, zo leert Jezus zijn leerlingen – zo leert Hij het ook ons.  Als anderen jou afwijzen omwille van je geloof dan mag dat geen reden zijn om hen af te wijzen, laat staan hen te verdelgen. Alle mensen zijn kinderen van God en dat had Vincentius goed begrepen. Een mooie heilige, een mooi mens die ons vandaag in crisistijd de weg kan wijzen.

Onze Vader

Ik ben bij je
Toni Zenz

Onze Vader,
die is en die zijn zal,
geheiligd zij Uw Naam: Ik zal er zijn.
Uw rijk kome en is begonnen,
en wat U wilt zal heden zijn.
Voedt ons met Uw gaven, iedere dag opnieuw.
Heb geduld met ons zondaars,
en laat ons ook geduldig omgaan met elkaar.
Maak het ons niet te moeilijk,
en geef de richting aan op onze weg.

Dat het zo mag zijn.

Ik ben bij je

Overweging bij Exodus 3 en een beeld van Toni Zenz
‘Ik zal er zijn heeft mij naar u toegestuurd.’ (Ex. 3, 14b)


Als Mozes God naar Zijn Naam vraagt
antwoordt God: ‘Ik ben die er zijn zal.
Zeg daarom tegen de Israëlieten:
Ik zal er zijn  heeft mij naar u toegestuurd.’
God zag de ellende van Zijn volk Israël
en kwam naast hen staan – in Mozes zijn dienaar.
Zo ziet God ook vandaag om naar Zijn mensen.
Ik zal er zijn – een Naam én een Belofte.
Ik zal er zijn – Ik ben bij je.
Ik zie je ellende
en wil je nabij zijn, liefdevol nabij.
God is mens geworden
en God wordt iedere keer weer mens
daar waar mensen als God zijn en mens worden als Hij,
elkaar liefdevol nabij zijn – Ik ben bij je.
Ik zal er zijn  – een Naam en een Belofte
Ik zal er zijn  – een Opdracht, een Roeping om te worden als God: Mens

Ik ben bij je – Toni Zenz

Geraakt, soms-heel even, overvloedig genoeg

Iedere dag vieren wij om 17.00 uur de vespers. In de groene tijd (de tijd door het jaar) zingen we dan op donderdagavond in de 1e week (4-weken schema) het lied Het donker is ons licht genoeg, een tekst van Henk Jongerius op muziek van Jan Raas. Al jaren zing ik die hymne en vanavond kwam hij ineens diep binnen. Ik wist mij geraakt: God is er en waakt over mij, ik hoef niet bang te zijn! Was ik dan ergens bang voor? Niet dat ik weet, maar onbewust misschien wel. Wonderlijk toch hoe God op zo’n onverwacht moment je ineens kan raken. Dit zijn voor mij van die soms-heel even momenten. Ik was vlak voor vijven de kapel ingechoten, nog net op tijd, nog niet echt klaar voor het gebed… en dan haalt God mij daar op zo’n manier bij. Ik ben er vol van, dankbaar – dan kan ik mijn drukte en werk weer wat relativeren en weet ik weer waar het echt om gaat. Ik deel de tekst van Henk Jongerius graag met de lezers van mijn blog en hoop en bid dat ook jullie je, soms – heel even, aangeraakt mogen voelen door God, dat je ten diepste weet: er is een God die van mij houdt en over mij waakt. Soms-heel even is echt overvloedig genoeg!

Het donker is ons licht genoeg
omdat Gij met ons zijt:
geef ons een ruim, geopend hart
voor uw aanwezigheid.

De nacht is ons een veilig huis
omdat Gij met ons zijt,
geef ons een stil en waker oor
voor uw genegenheid.

De dagen reiken ver genoeg
omdat Gij met ons zijt
en ons het leed verduren doet
door uw bewogenheid.

Het leven is ons rijk genoeg
omdat Gij met ons zijt
en ons in stilte delen doet
in uw menslievendheid.

Lijden: een feest?

Toni Zenz – Piëta (detail)

Vandaag viert de kerk het feest van onze lieve Vrouw van Smarten. Het is, zo vermoed ik, door de kerk gekozen als vervolg op de dag van gisteren, het feest van Kruisverheffing. In eerste instantie kunnen zulke feesten iets oproepen van een ‘verheerlijking van het lijden’. Hoe zou het lijden een reden voor een feest kunnen zijn? Ik kan, en ik vermoed velen met mij, het lijden niet als een feest zien. Wat vieren we dan?
Als ik nadenk over de verheffing van het Kruis, dan is dat het Kruis waaraan de Verrezene hangt. Jezus Christus die ons in zijn leven heeft laten zien dat er een manier is om met lijden om te gaan, het lijden te overwinnen, het lijden en de dood niet het laatste woord te geven. Kijken naar Jezus helpt mij om mijn eigen kruisjes te dragen. Ik kan mijn eigen lijden ook opdragen aan Hem en daarmee wordt het wat lichter. Het lijden zelf is geen reden om te vieren. De overwinning van het leven op het lijden en de dood wel.
Het feest van gisteren liet ons naar Jezus kijken; Jezus als Leraar in het lijden als levensweg. Het feest van vandaag laat ons naar Zijn moeder Maria kijken. Als je kind of een andere geliefde lijdt, dan lijdt je mee. Als één lid van het lichaam lijdt, dan lijdt het hele lichaam. Kijken naar Maria, hoe zij met haar lijden is omgegaan kan ook ons helpen. Mij raakt in Maria hoe zij alles in de stilte van haar hart bewaart en in gebed bij haar Heer God neerlegt. Het geloof als draagkracht, waarin Maria – beeld van onze moeder de kerk – ons voorgaat. Toch voldoende redenen om vandaag dankbaar te vieren. Goede feestdag!

Zie mij, neem mij aan omwille van jouw Naam

https://picasaweb.google.com/lh/photo/35US9NYb010z-UaVjx6g2w

Zie mij, neem mij aan omwille van jouw Naam! Deze bede zingt in mij na, na de afgelopen retraiteweek.
Maar eerst een lied over Clara van Assisi:

Clara Dei famula                            Clara, dienares van God,
tenera infantula                             teer kind,
vivens sine macula                        levend zonder bezoedeling,
plena sanctitatis                            vol van heiligheid

Clara Dei famula                           Clara, dienares van God,
mater paupertatis                         moeder van de armoede.

Tu Francisci plantula                   Jij bent Franciscus’ plantje,
sanctitate primula                        de eerste in heiligheid
prole replens saecula                   onder bloemen die de wereld vervullen
flore pietatis.                                 met bloesem van toewijding.

Novum es prodigium                  Jij bent een nieuw wonder,
claritatis speculum                      een spiegel van klaarheid,
sequens Dei filium                       navolgend de Zoon van God,
fontem caritatis .                          de bron van liefdevolheid.

Ergo nostra concio                       Zo zal ook onze samenkomst
psallat cum tripudio                     psalmzingen met dans
benedicat Domino                        en de Heer zegenen,
Deo dicans gratis.                         God dank zeggen.

Met dit lied begon Lia van Aalsum haar inleidingen bij onze afgelopen retraite. Van haar is ook de Nederlandse vertaling. De Latijnse tekst stamt uit de 13e eeuw. Zij had er ook een mooie muzikale uitvoering van op cd. In de gezongen uitvoering hoorden we het Clara Dei famula, mater paupertatis   als een terugkerend refrein. Clara, dienares van God, moeder van de armoede.

Het thema van de retraite was: Het gaan van de weg, aan de hand van psalm 121 en psalm 25. Met name de uitleg van Lia over psalm 25 heeft mij geraakt. Werd de openingszang gekozen om met iets uit onze eigen traditie te beginnen, voor mij werd aan het einde van de retraiteweek steeds meer duidelijk hoé Clara zich moeder van de armoede weet en daarin dienares van God. Ik kan mij voorstellen dat Clara met hart en ziel zich kon uiten in deze psalm.

Zie mij, neem mij aan omwille van jouw Naam.
Als ik jouw verbond ontwrichtte, zie mij, neem mij aan,
leid mij op de weg terug omwile van jouw Naam.
Als ik tegen jou misdeed, zie mij, neem mij aan,
raak mij in mjn eenzaamheid omwille van jouw Naam.
Als ik jouw gemeenschap schond, zie mij, neem mij aan,
teder en genadig Jij, omwille van jouw Naam.
Werd jouw beeld in mij verminkt, zie mij, neem mij aan,
maak mij in jouw mildheid gaaf omwille van jouw Naam.
Zie mij, neem mij aan omwille van jouw Naam.

Deze beurtzang van psalm 25 is door Kees Waaijman geschreven. Het laat mooi het hart van deze psalm zien. Er is een zondaar aan het woord die probeert de band met God te herstellen. Hij vertrouwd hierbij op Gods goedheid en hij wil leren de weg van God te gaan. Die zondaar is zo menselijk, ja dat raakte mij, ik kon mijzelf er zo in herkennen. Ook het verlangen om het weer goed te maken en het vertrouwen hierin op mijn God, ja, dat raakt mij, en hoe herken ik mijzelf hierin. Omwille van jouw Naam, Wezer: Wees-er! Wees-er om mijn Leraar te zijn in het gaan van de weg, opdat ook ik er op mijn beurt kan zijn!
Clara van Assisi was een vrouw die groot was in haar kleinheid, haar armoede en nederigheid. Over Clara en de heilige armoede als levensweg vind je meer onder: INSPIRATIEBRONNEN – CLARA VAN ASSISI.

Die levensweg van de armoede is leven vanuit het besef: ik ben arm, ik schiet te kort, ik ben een zondaar. Ik wil het anders en toch gebeurd het iedere keer weer. Die levensweg van de armoede is ook leven vanuit het besef: God is barmhartig, goed, mild en trouw. Hij ziet mij en wil niets anders dan dat het weer goed komt tussen ons. Zo leven laat ons het uitzingen: Zie mij, neem mij aan omwille van jouw Naam!

Binden en ontbinden – God in de gemeenschap

K057 Verbondenheid – Mary Brink – Acrylverf op doek – 50 x 40 cm

Het evangelie van vandaag (Mt. 18,  15-20) doet mij nadenken over binden en ontbinden, over het belang van het gebonden zijn, het belang van de gemeenschap. ‘Wat gij zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat gij zult ontbinden op aarde zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ Verbinding heeft voor mij te maken met: relatie, broederschap, zusterschap, gemeenschap,  bij elkaar horen. Als ik van hieruit naar de ander kijk dan zie ik in de ander ook mijn eigen menszijn terug, met alles erop en eraan – ook mijn zonden. Dat maakt mij mild naar de ander toe. Ik heb afkeer van de zonde en daarover wil ik ook in gesprek gaan met de ander, maar met liefde voor de mens die de zonde begaan heeft en met oog voor mijn eigen zondigheid.  Ik keur de zonde niet goed maar blijf de zondaar wel als broeder, als zuster zien. En als ík met barmhartigheid naar mijn broeder of zuster kan zien, hoe meer zal dan de Barmhartige zelf zo zien!  Als het mij op aarde lukt om, hoe moeilijk soms ook, de ander niet uit-te-sluiten maar in-te-sluiten, te binden, dan zal die verbinding ook bij God stand houden. Daar waar ik zelf de verbinding verbreek, daar zal God mij ter verantwoording roepen en uiteindelijk oordelen.  Als we de gemeenschap met onze broeders en zusters bewaren en hen liefhebben, dan is God in ons midden. Het gaat niet om mij, maar om God in de gemeenschap. Het doek Verbondenheid van Mary Brink verbeeld dit voor mij. Het ontroerd mij hoe de één de ander overeind helpt, en hoe die ander zich wil laten helpen. God is voor mij als Derde in dit doek aanwezig in wat daar gebeurt.  Er wordt ons vandaag een weg gewezen ten leven. Aan ons hem te gaan.  Vallen en fouten maken mag, als we maar open blijven en verbonden met elkaar en bereid zijn elkaar bij te staan en ook zelf waar nodig hulp aanvaarden. Dan zal God in ons midden zijn.

De sabbat en de mens

Vanmorgen op de voorpagina van Trouw een foto van de ‘weigerpastoor’ en verderop een intervieuw waarin de pastoor uitlegt waarom hij heeft gehandeld zoals hij heeft gehandeld en de man die na euthanasie overleden is geen kerkelijke uitvaart kon geven.  Het riep bij mij, zo zeg ik eerlijk, boosheid op en daarna ook verdriet. Boosheid omdat de pastoor op de stoel van God gaat zitten. Hij veroordeelt de overledene en straft de nabestaanden voor de zonde van de man. Los van de vraag of hier sprake is van zondig gedrag vind ik het niet goed dat met dit gedrag ook de mens veroordeeld wordt. In mijn opvatting van het evangelie is het (eind)oordeel over de mens aan God alleen. Jezus zelf veroordeelt alleen de zonde en niet de zondaars. Hij laat het oordeel over aan zijn Vader. Het doet mij verdriet omdat hierin door de kerk (in de persoon van de weigerpastoor) mensen worden beschadigd, hen wordt geweld aangedaan uit naam van God of uit naam van de kerk. God en de kerk zijn er niet om mensen geweld aan te doen maar om mensen liefdevol nabij te zijn.

Het evangelie van deze morgen was als olie op de wonde en bracht verlichting: ‘Hebt gij dan niet gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen honger kregen? Hoe hij het huis van God binnenging, de toonbroden nam en opat en er ook van gaf aan zijn metgezellen, terwijl toch alleen de priesters daarvan mogen eten? – het gaat om de mens, niet om de sabbat (lees: wet).

Het grootste gebod is het gebod van de liefde. Daar waar de liefde doodgeslagen wordt door de wet… ja, daar hebben we het denk ik toch verkeerd begrepen. Werkelijk geloof vraagt om moed, ook de moed om het oordeel aan onze God over te laten. Het handelen van de ‘weigerpastoor’ kun je in die zin misschien zelfs als een daad van ongeloof zien. Ik wens mijzelf en alle kerkmensen toe dat ze de moed hebben om te blijven geloven in God en zijn boodschap. God kent de mens beter dan dat de mens zichzelf kent. God kent de beweegredenen van de mens die om euthanasie vraagt, kent de beweegredenen van de pastoor die een uitvaart weigert,  kent de beweegredenen van …. (vul zelf maar in).

Leer ons Heer om met liefde voor onze medemens te leven. Daar waar wij aanlopen tegen de zonde van de ander, of tegen wat wij menen dat zonde is, leer ons daarin de ander niet te veroordelen. Geef ons de moed om de ander aan te spreken en tot dialoog te komen opdat we elkaar wat meer gaan begrijpen. U alleen God komt het oordeel toe. Geef ons de kracht om U die plaats ook toe te kennen tot lof van Uw Naam.

Door het oog van de naald

jandereiziger.blogspot.com

‘Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het koninkrijk Gods te komen.’, zo lezen we in het evangelie van vandaag (Mat. 19, 23-30). Denkende aan het oog van een borduurnaald : voor wie is er dan nog hoop? Dit kan toch niet?

Ik heb wel eens horen vertellen dat ‘het oog van de naald’ naar een heel klein poortje ergens in Jeruzalem verwijst. De reiziger die met zijn kameel door dit poortje wilde moest eerst alle bepakking van de kameel afhalen en dan kon de kameel er net door. Als ik met dit beeld naar de uitspraak van Jezus luister dan is er toch hoop, een mogelijkheid om door dat poortje het rijk van God binnen te kunnen gaan. Er wordt wel van mij gevraagd de bepakking af te werpen. Als arm en puur mens mag ik binnengaan bij mijn God. Goede reis!