Iemand vroeg aan beeldhouwer Toni Zenz: “Is dit een man en een vrouw?” “Nee”, zei hij, “Alles is Liefde.” “Geliefd zijn”, dat is de titel van dit beeld. Zoals geliefden elkaar omarmen, zo omarmt God elk van ons. Het beeld straalt een grote tederheid uit: ‘zoals een mantel om mij heen geslagen’. Zoals de tekst van Huub Oosterhuis beschrijft en zoals het beeld het uitstraalt, zó is God voor mij; zó is Hij mij nabij. Als men het beeld van de zijkant bekijkt, dan ziet men dat Toni Zenz ruimte tussen de twee figuren laat. Ze staan niet samengeplakt aan elkaar, maar zelfstandig. Elk mens mag in alle vrijheid op eigen benen staan. Kijkende naar de grote figuur zie ik een bezorgde, glimlachende, vitale en liefhebbende figuur, verliefd op de mens van Zijn handen. Kijkende naar de kleine mens zie ik iemand die lusteloos en uitgeput is, iemand die hunkert naar liefde, warmte en tederheid. Beide figuren staan op blote voeten. Waar God aanwezig is, waar liefde is, daar is de grond heilig. Toni Zenz zette dit beeld scheef op zijn voetstuk. Als wij zo uit de verticale as zouden staan, dan zouden wij meteen omvallen. Precies degene die op het punt staat te vallen, juist voor dìe, zorgt onze God. Juist in de meest onmogelijke situaties omhelst God de mens. Liefde maakt het onmogelijke mogelijk. Onze God zegt: “Wat er ook met jou gebeurt, Ik heb je lief, je bent door Mij graag gezien.”
Op het feest van mijn eeuwige professie stond dit beeld symbool. Dit beeld verbeeldt voor mij het liefdesverbond tussen de mens en God, in het bijzonder tussen mij en God. Het lied ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ van Huub Oosterhuis past er perfect bij:
Zo vriendelijk en veilig als het licht
zo als een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht
ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Spreekt Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt, en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw zoon besteden.
Weest Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
(Huub Oosterhuis, Gezongen Liedboek, Ten Have juli 1993)
Mooi Marianne! Ik wens je alle goeds en veel zegen!
LikeLike