in de eerste lezing van deze dag word ik aangesproken door Baruch:
‘Jeruzalem, leg het gewaad van je verdriet en lijden af en hul je voorgoed in de waardigheid van Gods majesteit; sla de mantel van Gods gerechtigheid om en zet de kroon van de luister van de Eeuwige op je hoofd.’ (Baruch 5, 1-2)
Ik lees het hele boek Baruch, een beschrijving van het leven in ballingschap, de klacht en de troost. Een oproep aan de balling om zich om te keren en terug te keren naar God.
Over welk gewaad en welke mantel spreekt Baruch eigenlijk? Het gewaad van verdriet en lijden is het kleed dat afgelegd moet worden. En het nieuwe kleed: de mantel van Gods gerechtigheid. Welk kleed draag ik eigenlijk?
Ik denk dan aan het kleed dat ik 6 augustus 2000 heb ontvangen, mijn kloosterkleed, en daarbij het gebed: ‘Bevrijd haar van de oude mens en bekleed haar met de nieuwe mens. Doe haar meer en meer die mens worden zoals zij door U ten diepste is bedoeld.’ Mijn kloosterkleed stond en staat voor die nieuwe mens, die mens zoals ik door God ten diepste bedoeld ben. Tijdens mijn doop op mijn geboortedag heb ik eerder al het doopkleed ontvangen en mij bekleed met de nieuwe mens. Ik kan mij dat niet herinneren maar weet dat ik toen gedoopt ben en die woorden over mij uitgesproken zijn. En bij mijn inkleding in 2000 dus weer. Afgelopen jaar heb ik op het Clarafeest mij wederom gekleed in een nieuw kleed en daarbij wederom gebeden dat dit kleed een uitdrukking en teken mag zijn van die nieuwe mens.
Als mens onderweg loopt je kleed schade op, er komen rafels aan en het wordt vies. Van tijd tot tijd is er een wasbeurt nodig en herstelwerkzaamheden. En soms is het ook nodig dat er een nieuw kleed komt, omdat het oude niet meer past of versleten is, niet meer te herstellen. Zo groeit het kleed als het ware met je mee.
Wat blijft: bekleed je met de nieuwe mens, die mens die je bedoeld bent te zijn door God. Dat kan in een habijt, donkerbruin of lichter, maar ook in een spijkerbroek of jurkje. Waar het ten diepste om gaat is dat je leeft wie je bent en daarin zal zichtbaar zijn dat je er eentje van God bent!
Leg het gewaad van je verdriet en lijden af,
blijf niet hangen in wat voorbij is,
keer terug naar je God, Hij verlangt naar jou.
Leg het gewaad van je verdriet en lijden af,
zoek Hem niet in het verleden,
richt je op naar je God, Hij verlangt naar jou.
Bekleed je met de nieuwe mens,
die mens die God voor ogen heeft
als Hij denkt aan jou;
dát is de mantel van Gods gerechtigheid!
Zo gekleed mag je er zijn voor Hem en de mensen,
alleen zo gekleed kun je er werkelijk zijn,
God wil geen ander dan jou,
voor Hem en voor de mensen.
En dat is zo voor iedereen. God wil geen ander dan jou!
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...