In geduld dragen zij vrucht

Vandaag is het Franciscus dag, beter bekend als dierendag. De kaart die de leden van de Franciscaanse Beweging kregen nodigt mij uit om hoofdstuk 22 uit de voorlopige of eerste redactie van de Regel van de Minderbroeders ter hand te nemen.

‘Broeders, laten we allemaal voor ogen houden, dat de Heer zegt: “Heb je vijanden lief en wees goed voor wie je haten”, want onze Heer Jezus Christus wiens voetstappen wij moeten volgen heeft zijn verrader vriend genoemd en zich vrijwillig aangeboden aan wie Hem kruisigen.’ (1 Reg MB 22, 1-2)

Hoofdstuk 22 is een aaneenschakeling van met name nieuw testamentische teksten. Het is een vermaning, een richtingwijzer voor de broeders op de weg van het evangelisch leven.
De eerste twee verzen werkt hij verder uit, onder andere met gelijkenis van het zaad op de weg.

‘Wij moeten er goed voor zorgen dat we geen grond op het pad, op de rotsen of in de distels zijn, naar wat de Heer in het evangelie zegt: “Het zaad is het woord van God. Wat op het pad viel en vertrapt werd, dat zijn zij die het woord horen en het niet begrijpen; meteen komt de duivel, rooft wat in hun hart is gezaaid en hij pakt het woord uit hun hart, om te voorkomen dat ze gaan geloven en gered worden.”‘ (1 Reg MB 22, 10-13)
En zo volgen de rotsgrond en de distels, plekken waar het zaad, het woord van God, niet tot volle wasdom kan komen.

“Wat in goede aarde is gezaaid, dat zijn zij die het woord met een goed en edel hart horen, begrijpen en vasthouden. In geduld dragen zij vrucht.” (1 Reg MB 22, 17)

Franciscus begon zijn vermaning met woorden van Jezus, zoals die opgetekend zijn in het evangelie: “Heb je vijanden lief en wees goed voor wie je haten”. Levend in een tijd en wereld waarin oorlog en onrecht dagelijkse realiteit zijn, is dat niet zo eenvoudig. En toch! Jezus noemde zijn verrader vriend. Ons eigen leven mag de oefenplaats zijn.

Onderstaand verhaal van mijn medezuster maakt het bovenstaande concreet. Een mooi voorbeeld van hoe het kan.

“Wodka drink ik om warm te worden, maar nu wil ik een koffiedate.” Vanmorgen heel vroeg op Utrecht Centraal. Onderweg naar een cursusdag van mijn werk. Een man spreekt mij aan. Sjofel gekleed.
“Nou, kom maar op,” zeg ik, en ik bestel twee bekers dampende latte. “Een date mag chique zijn,” grijns ik en ik pak voor ons beiden een croissant. Hij grijnst terug.
We ontbijten samen. Hij vertelt een onsamenhangend verhaal over een leven tussen straat en verdovende middelen.
Na een tien minuten staat hij op: “Zo, en nu ga ik met André Hazes naar Parijs,” zegt hij. “Maar u bent mijn mazzeltje van vandaag.” En hij drukt een onhandige kus op mijn oor.
Ik vond het jammer dat ik vandaag geen gelegenheid heb het Franciscusfeest te vieren. Maar, zo fluistert het in mij, misschien heb ik dat zojuist wel júist gedaan.

Een gezegende dag vandaag!

#franciscusvanassisi #4oktober #iederschepselmijnbroeder #ontmoeten
(@Hanneke ter Maat)

Zo vieren de ‘binnenzuster’ en de ‘buitenzuster’ vandaag samen het Franciscus feest. Tot lof van God en tot zegen van mensen.

Clara spoort mij aan

Vandaag heb ik mij laten aansporen door de woorden van de heilige Clara in haar geestelijke Testament. Het Testament opent in de naam van de Heer en sluit af met de wens dat er door de zusters naar deze woorden geleefd zal worden. Het Testament tussen opening en afsluiting, gaat over de ontvangen roeping en zending van de zusters. Deze staan in het teken van de navolging van Christus, het evangelische leven waarin broeder Franciscus een groot voorbeeld is. En Clara spitst dit leefmodel toe op de onderhouding van de heilige armoede.

Clara omschrijft de zending van de zusters als: Model, spiegel en voorbeeld zijn voor anderen en voor elkaar. Dat evangelische leven in armoede moet dus zichtbaar worden in ons concrete leven. Hoe anders zouden wij tot model, tot voorbeeld en spiegel kunnen zijn? Clara spoort mij aan die weg te gaan. Maar hoe doe ik dat in deze tijd en op de concrete plek waar ik leef? Om te beginnen doe ik dat met vallen en opstaan! Een leven in eenvoud is bepaald niet eenvoudig, en een leven in armoede is verre van eenvoudig. In het clarissenklooster was het vooral het niet hebben van een eigen rekening en het moeten vragen van wat ik nodig had. Na mijn uittrede heb ik eigenlijk pas echt ervaren wat het is om arm te leven, en voor je levensonderhoud afhankelijk te zijn van anderen. Ik kan ondertussen in mijn eigen levensonderhoud voorzien en het daarin niet meer afhankelijk zijn van familie en vrienden ervaar ik als een groot goed. Tegelijkertijd wil ik als zuster van de Feminae Pacis en Dochter van Clara niet meer hebben dan dat ik nodig heb en niet luxer leven dan iemand met een minimum inkomen. Dat laatste is best een opgave en lukt mij vaker niet dan wel. En ik realiseer mij ook dat ik een financiéle reserve hebt, die iemand met een bijstandsuitkering niet heeft. Ik realiseer mij ook dat die reserve mij de ruimte geeft om naast mijn werk ook tijd voor God te hebben en tijd voor mensen die hulp nodig hebben. Het blijft dus lastig dat leven in armoede!

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is clara-12_met-kruis-sd.jpg

Clara spreekt doorgaans over heilige armoede, of de armoede van Christus. Het is een armoede die verwijst naar Jezus, naar de weg van de navolging van Christus. De heilige armoede roept op tot een leven waarin we de arme en minste mensen in de ogen kunnen zien en waarin ons werken en leven gericht zijn op de medemensen die aan de onderkant van onze samenleving staan, soms zelfs daarbuiten. Clara spoort mij aan om deze mensen te zien en te ondersteunen waar ik dat kan, op de concrete plek waar ik leef. Alleen zo kan het dat je voor mensen een spiegel bent. Alleen zo kan het dat mensen in en door jou iets van God zien.

Hanneke en ik wonen nu enkele jaren in Delft als Feminae Pacis. In onze contacten met de buurt staat God in ons spreken niet voorop. En toch vragen ze regelmatig: zijn jullie van de kerk of zo? Mensen durven ons aan te spreken en dan komen soms heel waardevolle dingen ter sprake en kunnen we laagdrempelig van waarde zijn. Deze laagdrempeligheid vraagt dat we ons niet boven de ander verheffen. Ik vermoed zomaar dat die levensvorm van de heilige armoede daar voor nodig is. Het begin is er en ik dank de heilige Clara die in haar Testament ook voor mij bidt: dat de Heer zelf, die het goede begin heeft gegeven, de groei zal geven en ook de uiteindelijke volharding. Amen.

Maak je roeping waar!

Vanmorgen in de ochtendviering werd ik getroffen door de afbeelding van Clara in onze kapel: Clara lezende in de Bijbel. En daarbij de Ingeving: dát is je belangrijkste taak! Al het andere moet daaraan ten dienste staan.

Vanmiddag in de middagdienst las ik verder in de Brief van Paulus aan de christenen van Efese. Het eerste vers: ‘Ik, de gevangene in de Heer, vraag u dus met aandrang een leven te leiden dat beantwoordt aan de roeping die u van God ontvangen hebt.’

Ik Weet waartoe God mij geroepen heeft en roept. Door wereldse zorgen word ik daar vaak van af gehaald. Ik vind bijvoorbeeld dat ik een baantje buitenshuis moet zoeken om (op termijn) zelf in mijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Een baantje passend bij mijn roeping vinden is niet gemakkelijk en dat is dan ook nog niet gelukt. De zorgen om mijn financiën kunnen mij dan wat lam leggen. Kan ik ook dit stuk van mijn leven in Gods hand leggen?

God vraagt mij: maak je roeping waar! Hoe? Ga maar op weg en heb vertrouwen! Ik voel hoe de ervaring vanmorgen en vanmiddag mij weer op weg zetten en vertrouwen geven. Het belangrijkste: volg je roeping! Het bidden en lezen van de Bijbel, mij door deze woorden laten (om)vormen en hiervan delen en doorgeven, opdat ook anderen door God kunnen worden aangeraakt. Ontvangen en doorgeven van wat Hij mij geeft! Tot lof van God en in het vertrouwen dat mij dan ook in het andere een weg gewezen wordt!

Franciscus van Assisi, de Christusman!

Franciscus; Foto: T. Hontelez (Franciscaanse Beweging)

Deze afbeelding kreeg ik van de Franciscaanse Beweging, bij gelegenheid van het Franciscusfeest 4 oktober en het aankomende kapittel (ledenvergadering van de FB).

Het beeld raakt mij. Het laat zien waar het Franciscus in zijn leven om gegaan is: de liefde voor de Gekruisigde, de liefde voor Jezus Christus! En Franciscus wist dat het Kruis, het lijden en de dood, niet het laatste woord hebben bij God. Kon hij daarom ook zijn eigen lijden zo dragen? Ik vermoed dat hij zich in zijn lijden sterk verbonden heeft gevoeld met Christus. Hoe anders kan het dat hij zijn prachtige Zonnelied op zijn sterfbed dicht!

Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten.
Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid. (Zonnelied 10-14)

Tot lof van God!

Echt leven breekt door

Wat is het leven?
Adem en hartslag ja
mij door God gegeven.
Iedere seconde stroomt het
leven in mij.
Adem en hartslag willen stromen
door mij heen, frank en vrij…
zo is het echte leven,
zo zou het moeten zijn.

De vrees van de Heer
bewaakt mijn leven, mijn ziel.
God houdt van zijn mens, zijn schepsel,
laat zijn krachten wonen en werken in mij
en waar Hij mijn lof bewaakt
daar kan de vijand niet binnen dringen,
geen plaats is daar voor hem.

Liefde opent, geeft ruimte
en verdrijft de verstikkende vrees.
Wijsheid ziet en weet, doorgrondt
en maakt vrij van niet-weten.
Angst en onwetendheid ontnemen mij
adem en hartslag, het leven.
Liefde en wijsheid maken zacht,
het echte leven wekken zij in mij.

Geduld geeft ruimte, maakt tijd in geest
en verdrijft de dodende toorn.
Nederigheid schept ruimte in plaats
en vernietigt de opwinding,
het mij willen stellen boven de ander.
Woede en opwinding ontnemen mij
adem en hartslag, het leven.
Geduld en nederigheid maken zacht,
het echte leven wekken zij in mij.

Armoede met vreugde gepaard,
geen gebrek, delen wat je hebt.
Zij verdrijft de gierigheid die verstikt,
de hebzucht die ons geen vreugde kan schenken.
Alles is gegeven, ik bén arm
en dat is een vreugde,
geeft adem, hartslag, het leven, maakt zacht
het echte leven wekt zij in mij.

Rust opent, geeft ruimte in mijn ziel
en haalt de verstikkende zorgen van mij weg.
Bezinning voedt mijn ziel, geeft leven
en behoedt mij voor ronddolen.
Bezorgdheid en ronddolen ontnemen mij
adem en hartslag, het leven.
Rust en bezinning maken zacht,
het echte leven wekken zij in mij.

Barmhartigheid raakt, ziet en doet
breekt door de moordende verharding heen.
Een wijze maat vraagt om een groot en open hart
en bevrijdt mij van een onbarmhartige veeleisendheid.
Verharding kost je je echte leven, ontnemen mij
adem, hartslag, het leven.
Een barmhartig en open hart maakt zacht,
het echte leven wekt zij in mij.

Wat is het leven? Wat is het echte leven?
Leef in mij lieve God, herschep mijn hart
leef in mij door uw deugden, uw krachten.
Wek mijn zachtheid, doorbreek mijn hardheid,
dat ik het echte leven leven mag
zoals U zag toen U mij maakte
en waarvan U zei: het is goed, heel goed!

Deze blog heb ik eerder gepubliceerd (24 april 2016), maar hij is op voor mij onverklaarbare wijze zoek geraakt. Via Karina Aarts, die de tekst in haar afstudeerscriptie heeft gebruikt, vond ik hem terug. Best een mooie tekst (al zeg ik het zelf)! Dank je Karina voor het bewaren en teruggeven!

Ik schreef de blog naar aanleiding van een bezinningsdag over Wijsheidsspreuk 27 van Franciscus van Assisi en heb daarbij gebruik gemaakt van gedachten van Sandra van der Zon.

Zie je dan niet, hoe Mijn huis in verval is?

Zie je dan niet, hoe Mijn huis in verval is?
Herstel Mijn huis! Ga en herstel Mijn huis!
De fundamenten zijn er nog, om op te bouwen:
een huis als nieuw, voor de nieuwe tijd.

Zie je dan niet, hoe Mijn huis in verval is?
Ga op weg en hervorm Mijn huis,
vanuit het eeuwig fundament: Mijn evangelie:
het Rijk Gods is daar, vandaag en morgen weer.

Zie je dan niet, hoe Mijn huis in verval is?
Franciscus en Clara hebben het gezien
en zijn aan de slag gegaan, toen.
Vandaag is het aan ons. Laten we gaan!

Eén met Hem

Laat je beminnen,
door Hem die jij bemint.
Zijn liefde wekt liefde,
trekt jou naar Hem toe.
In die Stroom wordt je
door de aanschouwing, één
met Hem die je aanschouwd,
één zoals alleen de liefde
twee kan verenigen tot één.

Geschreven naar aanleiding van verzen 28-34 uit de 4e Brief van Clara van Assisi aan Agnes van Praag, na een mooie bijeenkomst van de Claraleesgroep in ons klooster ‘De Bron’.

Die in de hemel zijt

De mooie bezinningsdag van gisteren werkt nog in mij door.  We stonden stil bij het Gebed bij het Onze Vader van Franciscus van Assisi.
Zijn uitleg/bede bij ‘Die in de hemel zijt’:

Die in de hemel zijt
in de engelen en heiligen.
Gij verlicht hen tot kennis, omdat Gij, Heer, licht zijt;
Gij ontvlamt tot liefde, omdat Gij, Heer, liefde zijt;
Gij woont in hen en vervult hen tot gelukzaligheid,
omdat Gij, Heer, het hoogste goed zijt,
het eeuwige goed van wie al het goede voortkomt
en zonder wie er geen goed bestaat.

(GebOV 2)

Bij Franciscus is de hemel geen plaats, niet een bepaalde plek, maar een relatie, een relatie met God in engelen en heiligen.

Deze relatie heeft drie aspecten: verlichting, liefde en inwoning (vervulling):

  • God is licht.

Hier klinken diverse teksten van Johannes in door: ‘God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis’ (1 Joh. 1, 5) en Jezus die van zichzelf zegt: ‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten.’ (Joh. 8, 12)

  • God is liefde.

We horen weer Johannes: ‘De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde. En de liefde die God is, heeft zich onder ons geopenbaard doordat Hij zijn enige Zoon in de wereld gezonden heeft, om ons het leven te brengen.’ (1 Joh. 4, 8-9)

  • God is het hoogste en eeuwige goed. Dit is een geliefd thema bij Franciscus. En God is het hoogste en eeuwige goed omdat Hij woont in zijn engelen en heiligen, bij hen zijn rustplaats en woning maakt. (vgl. 1 BrGel 1, 6; vgl. Joh. 14,23).

De heiligen zijn alle mensen in wie God woont. De hemel is Gods inwoning in iedere mens! Gods inwoning in ons als licht, als liefde en als goedheid.

Die in de hemel zijt
Gods inwoning
in de engelen en heiligen;
Gods licht
Gods liefde
Gods goedheid
zichtbaar, ervaarbaar
door mensen
in wie de hemel nabij is.
Hier raken hemel
en aarde elkaar!

Vrije vogel Francesco

Franciscus, Leo van Veghel

Je levensweg gegaan
uitgevlogen ben je
Francesco
vrije vogel.

De strik gebroken
de ban gebroken
Francesco
vrije vogel.

Mijn broeder en tochtgenoot
ben je geworden
op mijn levensweg
mijn weg van bevrijding
mijn menswording
wordend zoals jij geworden bent:
beeld van onze Allerhoogste
zoals wij zijn bedoeld
door onze lieve God:
vrije vogels.

Strikken openen zich
de ban toont barsten
leven ontspruit,
laat zich niet meer stoppen.

Dank mijn dierbare broeder
voor jouw aanwezigheid
je voorbeeld
je inspiratie
je broeder-zijn
voor mij nu
zoals voor je lieve zusje Chiara toen.

Dank mijn dierbare Francesco
dat je mij gezegend hebt
hebt opgevangen waar ik viel
en mij weer hebt omhooggegooid
totdat ik vliegen kon
op eigen kracht
als een vrije vogel

tot lof van God.

Franciscusfeest 2014, Zr. Marianne