In 2006 heb ik, in het kader van een studieopdracht, een eigen leefregel moeten schrijven. De opdracht is gedaan, maar mijn leefregel groeit nog steeds (niet in lengte, maar wel van inhoud).
Hieronder vind je de tekst van mijn Voorlopige Leefregel: Volg Hem, Jezus Christus!
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Met dank aan de heilige Franciscus en de heilige Clara van Assisi, die mij zijn voorgegaan op de geestelijke weg en met dank aan de heilige Augustinus en Dietrich Bonhoeffer, beveel ik jullie het volgende aan: leef volgens het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus en dien Hem door een leven in gehoorzaamheid, zonder eigendom en in zuiverheid. Leef in verbondenheid met alle broeders en zusters van de Franciscaanse Beweging, in verbondenheid met de paus, de Rooms katholieke kerk en alle kerken die er over de hele wereld zijn.
Wees eensgezind: één van hart en één van ziel, Christus navolgend, een veelkleurige gemeenschap samen op weg naar God. Is dat niet de reden waarom wij samen zijn gaan leven? Luister naar de Heer, onze God en heb Hem lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Leef één van geest en één van hart samen en eert in elkaar God, want ieder van u is zijn tempel geworden. Als wij met hart en ziel blijven proberen om God in elkaar te eren, dan worden wij die éne tempel van God. Er is maar één gebod: Heb God en elkaar lief!
Volhard trouw in het gebed op de vastgestelde uren en tijden. Als je tot God bidt, moeten de woorden die je uitspreekt ook leven in je hart. En lees en overweeg dagelijks het Woord van de Heer, de Bijbel, en laat je daardoor op weg zetten, iedere dag weer.
Een goede geestelijk begeleid(st)er is van levensbelang; hij of zij is een tegenover die je als in een spiegel de waarheid laat zien. Het is goed dat ieder zo’n begeleid(st)er heeft bij het gaan van de religieuze weg.
Leef sober, in alle eenvoud: alles met mate. Laat je vasten altijd in dienst staan van het Rijk Gods, waarin honger en dorst het moeten afleggen tegen de kracht van eerlijk delen. En gebruik wat je nodig hebt om gezond en op krachten te blijven.
Niet iedereen moet willen hebben wat hij een ander ziet krijgen;dat gebeurt immers niet om iemand voor te trekken, maar omdat zij het nodig heeft. Alles is ons door God gegeven. Wij ontvangen het, ieder naar wat zij nodig heeft. Iedereen heeft behoeftes; de mens is een behoeftig wezen en wij hebben elkaar nodig om in deze behoeften te kunnen voorzien.
Onthoudt je van alles wat niet tot heil strekt. Blijf eensgezind trouw aan de weg van de navolging van Christus. Competitie en concurrentie, geldzucht en eigenliefde zijn een hindernis op deze weg naar God. Volg Hem na die zijn leerlingen de voeten waste in dienende liefde. Weet je verantwoordelijk voor elkaars zuiverheid. Dan zal God, die in je woont, door jullie verantwoordelijkheid voor elkaar, over jullie waken. Als je een iemand aanspreekt over zondig gedrag, gedrag dat ingaat tegen het evangelie, doe dit dan met liefde voor de mens en met afkeer voor de zonde. En we zullen vermijden kwaad te worden of ons op te winden over iemands zonde; want toorn en opwinding verhinderen in onszelf en in anderen de liefde! Als iemand tot inkeer komt en om gebed en vergiffenis vraagt, zullen de anderen het woord van de Heer indachtig zijn:“Als gij niet van harte vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u niet vergeven”.
De gemeenschap draagt de verantwoordelijkheid voor de gemeenschap. Deeltaken kunnen in overleg worden toebedeeld aan bepaalde zusters. Hiertoe komt de gemeenschap regelmatig bijeen voor gesprekken. Het is goed om, wanneer nodig en met enige regelmaat, deze gesprekken te laten begeleiden door iemand van buiten de gemeenschap.
De basis van onze levensvorm is contemplatief. Wij dragen met elkaar zorg voor een geest van gebed en toewijding aan God, in ons huis en in de tempel van onze harten. Afhankelijk van onze persoonlijke roeping treden wij naar buiten toe, echter niet meer dan nodig en wenselijk is voor het leven van onze roeping. Ook hierin zijn wij geen maat voor elkaar. Wat voor de één nodig is kan voor de ander een onheil zijn. De ware nederigheid vraagt om niet te vergelijken.
Wij zullen, naar wat wij kunnen, werk doen dat bij onze levensvorm past en wat nuttig is voor de gemeenschap en wel zo dat de geest van gebed en toewijding aan God niet wordt uitgedoofd. Wij zullen in ons levensonderhoud voorzien door arbeid. De taken in huis worden in overleg met elkaar verdeeld en gedaan. De zusters dragen daarbij zorg voor elkaar.
Wij mogen ons niets toe-eigenen, geen huis, geen plaats, helemaal niets. Als pelgrims en vreemdelingen zullen wij in armoede en deemoed de Heer dienen. In principe draagt iedereen, naar vermogen, zorg voor eigen inkomsten. De kosten voor de gemeenschap worden door de zusters samen gedragen. Alles wat wij meer ontvangen dan nodig is, zal gegeven worden aan de armen, waarbij opgemerkt dat je ook ‘een gebedelde boterham’ mag delen.
Hoedt je voor elke vorm van hoogmoed, ijdele roem, afgunst en hebzucht, voor kwaadspreken en gemor, voor tweedracht en verdeeldheid en zorg ervoor de eenheid van de wederzijdse liefde te bewaren. Als je ruzie hebt, maak er dan zo spoedig mogelijk een eind aan, of liever, maak helemaal geen ruzie. Anders groeit een klein moment van woede uit tot haat, wordt een splinter een balk en maak je van je hart een moordkuil.
En: “Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder en zuster liefhebben.” Als je iemand gekwetst hebt door haar uit te schelden, te verwensen of grof te beschuldigen, maak het dan vlug weer in orde. En de ander die gekwetst werd moet op haar beurt aan jou vergiffenis schenken zonder er veel woorden aan vuil te maken. Als twee medezusters elkaar beledigd hebben, moeten zij elkaar hun schuld vergeven, anders wordt jullie bidden een leugen. Pas dus op voor harde woorden. Als ze je toch ontvallen zijn, wees dan niet bang het genezende woord te spreken met dezelfde mond die de wond toebracht. Zo zullen de zusters op geestelijke wijze en van harte omzien naar elkaar en elkaar zonder klagen hoogachten.
De Heer geve dat je, gegrepen door je verlangen naar God, dit alles met liefde onderhoudt. Leef zo dat je door je leven een levend teken bent van Hem die je bemint; dat Hij die in je woont, door jou, de wereld mag verlichten. Ga niet als slaven gebukt onder de wet, maar leef als vrije mensen onder de genade.
De nederigheid doet ons beseffen dat wij kunnen leren van de situaties waarin wij verkeren. Problemen zijn mogelijkheden om te groeien en verder te komen op de weg naar God.
Lees deze regel regelmatig. Het is als een spiegel: je kunt erin zien of je niets verwaarloost of vergeet, je kunt erin zien hoe je eruit ziet en hoe je er voor staat. En als je dan vindt dat je beantwoordt aan wat erin staat, dank dan de Heer, de gever van alle goeds. Bemerkt je dat je in gebreke bent gebleven, betreur dan wat voorbij is en wees op je hoede voor de toekomst. En bid: vergeef mijn schuld en leid mij niet in bekoring.
Tot lof van God de Vader, Jezus Christus de Zoon en de Heilige Geest. Amen
Delft, 4 juni 2020, Marianne
Zeer eerwaarde Zr .Marianne
Wat een mooie weg.
Om zo door het leven te gaan,en te staan.
Een Parel in Gods hand
LikeLike
Denk dat dit is waar het om gaat, mooie weg! Maar ook een moeilijke. Vergeven, soms best moeilijk. Prettige dag
LikeLike
Als je zo in het leven staat, zo wil leven als hier beschreven, dan is het leven heel zinvol, denk ik. Veel respect zuster Marianne! Je bent zo’n mooi mens, je hebt zoveel God in je!
LikeLike
Ik heb de intentie om zo te leven…. val wel met grote regelmaat op deze weg. Iedere keer weer opstaan!
LikeLike
dag Marianne, een mooie regel. En wat je laatste reactie betreft: een Japans spreekwoord zegt: zeven keer vallen, acht keer opstaan.
LikeGeliked door 1 persoon
Deze tekst is zo mooi en waardevol, dit is goed zo, er hoeft niets meer bij met deze inhoud.
LikeGeliked door 1 persoon
lieve Marianne, wanneer je valt, dan val jij in Gods armen.
LikeGeliked door 1 persoon